Snel naar:
Zijn onze studenten veilig? Die vraag staat binnen het Internationaal Incidenten Team (IIT) centraal als in de vroege ochtend van 7 oktober het nieuws over de aanval op Israël bekend raakt. Nog diezelfde ochtend voor 10.30 uur wordt besloten dat er geen studenten meer naar het conflictgebied mogen afreizen en dat de reeds aanwezige studenten daar worden weggehaald. Er volgt een intense week.
“Achteraf gezien heeft het mentaal meer van mij gevraagd dan ik had gedacht.” Bij Hungwah Lam, hoofd International Relations bij SOZ, komen de beelden weer naar boven als hij terugblikt op de periode direct na het opgelaaide conflict tussen Israël en Palestina. “Ik was er zestien uur per dag mee bezig en mijn reguliere werk kwam even volledig stil te liggen, ook doordat de zorgen met de dag groeiden. Achteraf besefte ik pas goed hoeveel energie zo’n situatie kost. Ondanks dat we goed voorbereid zijn op dit soort gebeurtenissen. Maar dit was wel uitzonderlijk.”
Om een goed beeld te schetsen vertelt Hungwah hoe Universiteit Leiden is voorbereid op noodsituaties. De afdeling Veiligheidszaken vormt de spin in het web. Daarnaast beschikken alle faculteiten over een eigen crisisteam. Zij komen alleen in actie als er ‘lokaal’ iets aan de hand is, bijvoorbeeld bij brand, een ondergelopen kelder of een dreigende situatie. Hungwah: “Bij internationale situaties ligt het eraan om hoeveel studenten het gaat en wat de samenstelling van die groep is. Als het bijvoorbeeld alleen om rechtenstudenten gaat, is het logisch dat het crisisteam van de rechtenfaculteit met Veiligheidszaken schakelt. Het IIT komt in beeld als er sprake is van een grootschalige crisissituatie, een crisissituatie die naar verwachting lang kan duren, als een groot aantal van onze studenten betrokken is of als het een gemêleerd gezelschap betreft.”
Tot zijn verbazing dacht een aantal studenten er iets anders over. “Bij hen overheerste in eerste instantie de teleurstelling. Ik heb iemand aan de telefoon gehad die heel boos was over het afreisverbod. Een andere student die al in het gebied was, zei letterlijk: het is allemaal niet zo erg, behalve af en toe een raketinslag. Ik heb vervolgens gevraagd om het laatste deel van die zin te herhalen. Het besef over de ernst van de situatie was blijkbaar nog niet helemaal doorgedrongen.”
Nadat alle studenten waren geïnformeerd, werden voorbereidingen getroffen voor repatriëring. De afdeling Veiligheidszaken regelde dat de zeven studenten zouden worden samengebracht in een hotel in Tel Aviv. Op 9 oktober was voor ieder van hen een ticket geboekt voor een terugvlucht. Hungwah: “Probleem was dat daarna de ene na de andere vlucht werd geannuleerd. Ook van nieuwe boekingen. In de tussentijd hebben mijn collega Carine de Wilde en ik continu in contact gestaan met de studenten en bezorgde families. Op een gegeven moment hebben we studenten ook zelf tickets laten boeken om de kansen op succes te vergroten. We hebben zelfs nog overwogen om de studenten eventueel niet door de lucht maar over land weg te krijgen.”
Dat laatste bleek uiteindelijk niet nodig. Na een week was iedereen uit het conflictgebied vertrokken. Twee studenten vonden een veilig heenkomen naar Cyprus, eentje naar Portugal en er werd ook gebruikgemaakt van een repatriëringsvlucht van de Nederlandse overheid met een legertoestel. “Toen was er wel sprake van opluchting”, zegt Hungwah. “Zowel bij de studenten als bij ons. De afdeling Veiligheidszaken heeft echt heel veel werk gedaan en de samenwerking binnen het IIT verliep goed. Gebleken is dat we goed zijn voorbereid op dit soort crisissen. Je hebt alleen niet alles volledig in eigen hand.”
Niet alleen in Israël en Palestina zelf kwamen de verhoudingen na de aanvallen op 7 oktober op scherp te staan, dat gebeurde ook op onze campussen. Er werd een speciale taskforce opgericht om ondersteuning te bieden om spanningen weg te nemen.
Namens SOZ heeft Willemijn Nieuwenhuijs (Hoofd Student Support Services) zitting in de taskforce Israël-Palestina. “Een redelijk unieke aangelegenheid”, zegt zij over de oprichting ervan. “Vlak nadat het conflict was uitgebroken zijn er weliswaar inloopspreekuren gehouden, maar ook daarna werd het College van Bestuur overspoeld door vragen. Studenten met Israëlische en Palestijnse roots, kwamen soms tegenover elkaar te staan. Er was onrust en zorg rondom de sociale veiligheid van al onze studenten”.
De start van de taskforce was hectisch. Willemijn: “We kwamen één keer per week bij elkaar en dan hadden we vaak niet genoeg aan het geplande uur. Om paniekvoetbal te vermijden en meer structuur aan te brengen, is een plan van aanpak opgesteld. Dat is erop gericht om blijvend aandacht te besteden aan de situatie en om onze gezamenlijke deskundigheid te vergroten.” Inmiddels komt de taskforce minder frequent bij elkaar. Ook benadrukt Willemijn dat studenten nog steeds kunnen aankloppen voor ondersteuning bij hun studieadviseur.